20160313-MyrysjiTours.jpg

Dag 10 - Naar Galibi om schildpadden te kijken

Vervolg van De eerste week.

We boekten deze tour naar Galibi bij het reisburo naast restaurant ’t Vat. Het is de 2-daagse reis zoals beschreven staat op de website van Myrysji Tours, de reisorganisator. Achteraf blijkt dat alles inclusief is. We hoefden zelfs niet eens water mee te nemen (maar deden dat uit onwetendheid wel). Dat water is ook tijdens de busrit ruim voorhanden in een koelbox. Echt keurig verzorgd allemaal.

Om kwart over acht worden wij netjes op de afgesproken tijd opgehaald bij ons hotel. Het is een grote bus voor 18 personen terwijl wij maar met 4 personen deze trip maken. Die andere mensen (Ad en Evelien) halen we op bij Tangelo. Dan rijden we met chauffeur Tsjoerkie en gids Tio, (plus zijn zusje Nicole en gids Jeffry - beiden hebben een vrij weekend) uit Galibi zelf, de stad uit. Helaas is het bewolkt met af en toe een beetje zon. Tio verteld ons onderweg heel veel. Zo is het met de staats-bus (waarop je lang moet wachten) 8,50 SRD naar Albina. De privé bus kost 30 SRD maar vertrekt pas indien deze vol is. De duurste optie is de taxi voor 50 SRD. Allen vertrekken vanaf centrale markt.
Het is tien uur wanneer we in Stolkertsijver (54 km van Paramaribo) stoppen voor 30 min voor koffie. Dit is net na de brug over de Commewijne rivier. Vroeger, gesticht rond 1670, waren ook hier koffie- en cacaoplantages. Er is hier ook een controlepost van de politie, maar wij kunnen zo doorrijden.

20160312-stolkertsijver-map.jpg RVL-20160312-0090.jpg RVL-20160312-0091.jpg

Het is half twaalf wanneer we in Moengo aankomen en daar even doorheen rijden: een kleine stadstour zeg maar. Moengo is een voormalig bauxiet-stadje en nu bewoond door vooral Marrons.
De laatste stop onderweg maken we om kwart over twaalf bij Moiwana. Dit is een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de binnenlandse oorlog in 1986. Er staan 38 zuilen, elk voor één slachtoffer, met daarop hun namen. De grootte symboliseert tevens de leeftijd van hen. De grote zuil in het midden is 11 meter hoog en het symbool van een Kibi, of beschermheer, die waakt over zijn onderdanen.
Het is bijna half een wanneer we aankomen in Albina waar het helaas begint te regenen. Hiervandaan varen bootjes naar Saint Laurent du Maroni in Frans Guyana voor € 5 of 20 SRD. Wij stopen eerst bij Agie's roti place waar we een broodje eten en om 1 uur stappen we op de boot. We hebben 153 km gereden, zie route.

RVL-20160312-0092.jpg RVL-20160312-0093.jpg RVL-20160312-0094.jpg RVL-20160312-0095.jpg RVL-20160312-0096.jpg RVL-20160312-0097.jpg

Varen van Albina naar Galibi

Er liggen hier in Albina vele bootjes klaar. De meesten maken de oversteek naar Saint Laurent illegaal (naast de officiële ferry) en zijn open. Ook varen deze open boten wel naar Galibi (onder andere door Orange, de andere reisorganisatie die deze trip maakt).
Vanaf het strand waarvandaan wij vertrekken maak ik een 360 graden panorama. Wij hebben gelukkig een grotere boot. Die luxe waarderen wij al snel wanneer het onderweg steeds harder gaat waaien en regenen. Het dak is weliswaar niet helemaal dicht (het is van een vrij dicht geweven soort doek), maar houdt wel het meeste water tegen. Daarnaast wordt al snel aan een kant (en latere aan de andere kant) het doorzichtige plastic naar beneden gerold. Dit houdt heel veel water buiten, maar desondanks worden we nat, want de regen slaat door de open voorzijde naar binnen. Wanneer de regen iets minder wordt kan ik net een kort filmpje maken.
Om 15:20 uur komen we aan in Galibi en hebben we 26,2 km varen in 1:53 uur (de maximum snelheid was 28,7 km/u), zie route. Inmiddels is het iets droger en ook is het eb en dus laag tij. We moeten dan ook een stukje door het slib lopen voordat we weer zand onder de voeten hebben.

RVL-20160312-0099.jpg RVL-20160312-0100.jpg RVL-20160312-0101.jpg RVL-20160312-0102.jpg RVL-20160312-0103.jpg RVL-20160312-0104.jpg 20160312-galibi-map.jpg

We gaan meteen naar ons simpele kamertje. Er staat een dubbel bed in en we hebben een eigen badkamertje. Om het bed hangt een muskieten net. Er is geen airco. Het is allemaal erg basic, maar dat mag je ook verwachten van een plek die alleen per boot bereikbaar is.
Om kwart voor vier staat er een lunch voor ons klaar. Deze bestaat uit rijst, kip, zalm, oker en bitawiri. Deze laatste twee zijn Surinaamse groenten. Om 10 over vier gaat het weer regenen (voor een half uurtje, zie filmpje).

Galibi = Christiaan kondre en Langaman kondre

Het is vijf uur wanneer wij samen een stadstour maken. Dat wil zeggen, we wandelen een stukje door het uitgestrekte dorp (zie route). Gelukkig is het droog.
Net achter ons huisje, bij het souvenirwinkeltje, maak ik een 360 graden panorama. We zien vele zwarte gieren hier rondhuppen en in de grote mango-bomen zitten. We krijgen uitleg over het dorp en zijn geschiedenis. Zo zijn er tegenwoordig in Galibi twee telefoonmasten (van Telesur en Digicel). Er wordt door een generator (waarvan de brandstof gratis door de overheid wordt geleverd) stroom geleverd (in de nacht tussen 18 uur en 7 uur). Water komt uit lokale putten. Er wordt geen weg aangelegd, omdat de chief dat niet wil, want dan moet er namelijk belasting worden betaald. Er zijn vijf winkeltjes van lokalen; de weg zou zorgen dat de Chinezen niet tegen te houden zijn (nu hebben ze die wel afgewezen).

RVL-20160312-0105.jpg RVL-20160312-0106.jpg RVL-20160312-0107.jpg RVL-20160312-0108.jpg RVL-20160312-0109.jpg RVL-20160312-0110.jpg RVL-20160312-0111.jpg RVL-20160312-0112.jpg RVL-20160312-0113.jpg

In het verleden zouden de Brits Guyanen een stuk ten noorden van het huidige plaatsje de grond van het toenmalige dorp hebben gekocht van de lokale inwoners voor 95 gulden. Zij zeiden "Go Libi" wat betekent "go live somewhere". Dit is verbasterd tot Galibi. Er waren toentertijd twee broers Christiaan en Langaman die samen één vrouw hadden. Vanwege onenigheid zijn zij apart gaan wonen op 2 km van elkaar. De dorpsnamen zijn dus het gevolg van hun voornamen. Momenteel is het weer één geheel geworden en is het dorp 3 km lang en telt het bijna 900 inwoners. Langaman kondre is gedeelte zuidelijk van de school en Christiaan kondre het noordelijke gedeelte.

We eindigen onze tocht bij de kerk en de school die 6 groepen heeft met in totaal nu 87 leerlingen. Van een lerares kopen wij kaarten voor 5 SRD per stuk die de oudste kinderen zelf hebben gemaakt. De opbrengst komt ten goede aan de school. Zij kopen hiermee weer spullen die ze nodig hebben (met name pennen en schriften met ruitjes en dubbel-gelijnd papier), omdat de regering niet snel met geld over de brug komt.
Onderweg zien we de vele vruchten en groenten die ze hier zelf verbouwen, waaronder pinda’s, casave, cashew-noot-bomen en mango-bomen. Ook horen we dat Myrysji Tours veel voor de gemeenschap en het millieu doet. Zo hebben zij onder andere een container voor PET-flessen neergezet en zorgen dat deze door hen gratis naar Paramaribo worden vervoerd voor recycling.
Wanneer we terug lopen richting ons huisje begint het weer lichtjes te spetteren. We lopen dan ook niet over het strand, maar evenwijdig daaraan. Alles is echter toch onverhard, dus veel maakt het kwa snelheid waarschijnlijk niet uit. In totaal hebben we bij terugkomst 3,3 km gelopen in 1 uur en 40 minuten, zie route.

RVL-20160312-0114.jpg RVL-20160312-0115.jpg RVL-20160312-0116.jpg

Culturele avond

Om 7 uur gaan we dineren. We krijgen aardappelen met koolsla en kip. Simpel, maar goed en lekker.
Iets na half acht lopen we dan naar een overkapt hutje iets verderop waar er een culturele avond gehouden wordt door de groep met de naam Mutushi. Zij gebruiken zogenaamde sambura-trommels (grote drums). Er worden verschillende dansen voorgedaan die zij ook doen bij feesten en overlijden van dorpsgenoten, zie filmpje. Deze avond is georganiseerd voor de groep die de drie-daagse tour heeft geboekt. Wij hebben dus geluk.
Ook nu krijgen we weer informatie over de lokale gebruiken en talen. Zo blijkt dit volk, de Caraïb, een eigen taal te hebben. Net als de wat verderop wonende Arawak. in totaal zijn er vijf indianen-stammen. Om met elkaar door het land heen te kunnen communiceren is er een landelijke taal genaamd Sranantong. Daarnaast is de officiële taal het Nederlands. Dit leren ze dan ook op school.

RVL-20160312-0117.jpg RVL-20160312-0118.jpg RVL-20160312-0119.jpg RVL-20160312-0120.jpg RVL-20160312-0121.jpg

Schildpadden zoeken

Het is bijna negen uur als de show-avond is afgelopen en wij gaan vrijwel direct naar de boot om naar het leg-strand te varen waar we schildpadden gaan zoeken. Sinds het diner regent het al. Even naar de kamer om toch het fototoestel maar hier te laten. Het blijkt dat ik het licht in de badkamer per ongeluk aangelaten heb met als gevolg dat het stikt van de insecten. De ramen bestaan tenslotte uit simpele om te klappen glasplaatjes boven elkaar. Echt dicht kan er niks. Stom van mij! Licht uit en de insecten gaan ook weer snel weg.
Eén van de deelnemers aan de drie-daagse tour gaat ook vanavond nog met ons mee op zoek naar de schildpadden, want hij heeft er gisteren met zijn groep slechts 1 gezien.

Om niet al te koud te worden hebben we toch maar een lange broek aangedaan en een shirt met lange mouwen. Op de vraag of wij een regenjas bij ons hadden (nee, want dat was volgens de reisburo medewerkster niet nodig) of er in Albina een willen kopen, hebben wij afwijzend gereageerd. Misschien was dat toch niet zo slim, want het regent echt flink. De gids zoekt met wit licht naar een spoor langs de kust. De boot gaat flink tekeer door de vele wind en golven.

Op een gegeven moment denkt hij wat gezien te hebben en gaan we aan land. Dan moeten we nog wat lopen zoeken naar de schildpadden. Precies als we aan land willen gaan zien we al een schildpad met zijn kop het water inlopen. Na wat zoeken komen we dan inderdaad een spoor tegen (één spoor betekent schildpad op strand, twee sporen is schildpad is al terug naar zee) dat leidt naar de bossages iets hogerop. Inderdaad vindt de gids na even zoeken (met alleen een rood lampje om de dieren niet te verstoren - wat je met wit licht wel doet) een schildpad die zijn nest aan het camoufleren is door er met zijn voorpoten zand overheen te gooien. Dat gaat best krachtig, want ik sta twee meter achter het beest en krijg zand over mijn voeten.

We lopen iets terug en hebben geluk wanneer we op een schildpad stuiten die net bezig is om eieren te leggen. De gids schuift voorzichtig zijn twee achterpoten die het gat bedekken iets opzij waardoor wij het hele proces uitstekend kunnen zien. Ondertussen komt de regen met bakken uit de hemel. Dit zijn overigens zogenaamde soepschildpadden. De officiële naam is groene schildpad. Deze is ruim een meter lang. Er zijn overigens diverse soorten die hier hun eieren leggen, waaronder deze groene schildpad, maar ook de lederschildpad en de warana schildpad. Op een gegeven moment is de schildpad klaar. We besluiten dat wij genoeg gezien hebben en lopen terug naar de boot. Wanneer we langs de kustlijn lopen zien we een schildpad terug naar zee lopen. We laten haar rustig voorbij gaan en in de golven duiken.
Het is half twaalf als we verzopen terugkomen in Galibi en naar ons bed gaan. We hebben in totaal 15,7 km gevaren (en een stukje daarvan gelopen).
Bekijk de route van onze schildpadden zoektocht.

20160312-schildpadden-groen.jpg 20160312-schildpadden-leder.jpg 20160312-schildpadden-warana.jpg

Dag 11 - Terug van Galibi

Ook in de nacht valt er veel regen en waait het flink. Onze kleren die we buiten op een stoel hadden gehangen om te kunnen drogen worden extra nat en de stoelen waaien om. Dat merken we wanneer we om 7 uur opstaan. Om acht uur wordt het ontbijt geserveerd. Ook nu weer in buffet-vorm en prima verzorgd met ruim voldoende keus.
Het is kwart over negen als we, samen met de hele groep van de drie-daagse tour (8 personen) en hun gids, bij vloed vlak voor ons huisje op de boot stappen en vertrekken voor de 24,5 km lange tocht naar Saint Laurent du Maroni (Maroni is Frans voor Marowijne, de naam van de rivier). We doen hier 1 uur en 39 minuten over en varen maximaal 23,6 km/u. Om 10:53 uur komen we aan in Saint Laurent in Frans Guyana (illegaal uiteraard, dus zonder stempel in het paspoort), zie route. Onderweg hebben we af en toe een beetje lichte regen. Een kant van boot is met plastic dicht gemaakt, maar ik kan wel een kort filmpje maken.

RVL-20160313-0122.jpg RVL-20160313-0123.jpg

Saint Laurent du Maroni in Frans Guyana

We leggen aan bij een pier voor pleziervaartuigen in Saint Laurent en gaan van boord. We lopen een paar honderd meter en bezoeken de gevangenis waar Papillon ook gevangen gezeten heeft. We krijgen van onze eigen gids een indrukwekkend verhaal te horen over dit gigantische complex dat ruim 100 jaar als zodanig heeft dienst gedaan. We horen over de vele wreedheden die de Fransen tot 1953 hun gevangenen aangedaan hebben. Ook buiten het complex was het leven geen pretje en woonden eigenlijk alleen "vrije" gevangen.
Op het centrale plein van de gevangenis maak ik een 360 graden panorama waarop de barakken van de gevangenen, het administratiekantoor en de bibliotheek en ook de gebedsruimte te zien is.

RVL-20160313-0124.jpg RVL-20160313-0125.jpg RVL-20160313-0126.jpg

Na de tour, die een uurtje duurt, lopen we naar het simpele en uitgestorven centrum. Wat opvalt is dat er niet alleen rechts gereden wordt, maar ook alles Frans is. Dus betalen met euro, hogere prijzen (en dito salarissen). Er staan voornamelijk Franse automerken op straat (daar waar in Suriname enorm veel Toyota’s rijden). We gaan naar het enige open café en rond half twaalf drinken we er wat op het terras van bar restaurant Le Toucan. De stroom is uitgevallen en dus is er alleen koude drank voorhanden, want koffie kunnen ze zo niet maken.
Het is 1 uur als we weer bij de pier terug zijn. We hebben dan 1,8 km in netto 36 minuten gelopen, zie route.

RVL-20160313-0127.jpg RVL-20160313-0128.jpg RVL-20160313-0129.jpg RVL-20160313-0130.jpg

De terugreis

Gelukkig wordt het langzaamaan wat warmer en lichter. We steken de Marowijne rivier over en varen de 2,7 km naar Albina in 13 minuten, zie route. We springen weer het strand op en rijden met de bus naar Agie’s roti place waar we ons in een half uurtje kunnen omkleden en waar we lunchen (een simpele rijst met kip).

Het is twee uur als het weer lichtjes begint te spetteren en wij de terugreis per bus beginnen. Om kwart over drie stoppen we weer in Stolkertsijver en even na half vier rijden we verder. De hele route hebben we onderweg regelmatig spetters. Naarmate we dichter bij Paramaribo komen gaat dit steeds meer over in regen. Alle passagiers worden netjes elk bij hun eigen hotel afgezet en uiteindelijk zijn ook wij na 151 km (in 2 uur 38 minuten) iets voor vijf uur bij ons hotel terug.
Bekijk de route van Albina naar Parimaribo.
Het is nu rond de 25 graden. Eenmaal thuis gaan we lekker douchen. In de avond eten we bij Chi Min.

Dag 12 - Rustig in het hotel

Vandaag blijven we rustig in het hotel. We wassen onze kleding en in de middag gaan we naar het reisburo. We "klagen" over het weekendweer en boeken de trip naar Nieuw Nickerie en Bigi Pan. Ze hebben voor morgen al twee gasten staan, maar wij zouden eigenlijk woensdag weg willen. De weersvoorspelling voor morgen zou echter ook goed zijn. Wij maken dan ook een opmerking over korting. Dit levert toch nog een klein bedrag op. In plaats van € 180,- per persoon betalen we € 10 minder. Die kunnen we dan mooi besteden aan een ijsje bij Tangelo. Heerlijk!
Bij terugkomst in het hotel gaan we nog even zwemmen en samen eten bij Chi Min.

Lees verder over Nieuw Nickerie en Bigi Pan.


home.gif sitemap.gif arrowtop.gif © KIROMIJI laatste update april 2016